Het is een heikel onderwerp en dat zal het ook altijd wel blijven, maar er kunnen wel degelijk dingen worden gedaan om meer duidelijkheid rond euthanasie te bieden en dus mogelijke geschillen weg te nemen. Een schriftelijke wilsverklaring voor euthanasie zou jaarlijks moeten worden verlengd om de arts meer houvast te geven voor het geval een patiënt zijn wil niet meer kan uiten. Dat stellen zes medici en wetenschappers vandaag in dagblad Trouw. Een van de ondertekenaars is Arie Nieuwenhuijzen Kruseman, oud-voorzitter van de artsenfederatie KNMG. Wie euthanasie wil, kan dat vastleggen. Maar als ziektes als dementie of een herseninfarct om de hoek komen kijken, kan een patiënt de wens vaak niet meer herhalen. Bij artsen ontstaat dan twijfel over de vraag of de zieke nog wel achter de aanvankelijke verklaring staat.
Door de wilsverklaring beperkt houdbaar te maken – maximaal twee jaar – en deze het liefst jaarlijks te actualiseren, ontstaat meer duidelijkheid, betogen de zes. Daarbij vinden ze het belangrijk dat tijdens het ziekteproces regelmatig door arts en patiënt over de wilsverklaring gesproken wordt. Dit zou dan ook schriftelijk moeten worden vastgelegd, met een herbevestiging van de wilsverklaring en een aantekening in het medisch dossier. De wilsverklaring is dan geen eenmalige uiting, maar een “levend document. De zes wetenschappers benadrukken dat ook in een situatie van gevorderde dementie de patiënt nog momenten kan hebben waarin een gesprek mogelijk is. De arts kan daar met zijn bezoeken aan de patiënt op inspelen.
Lees ook:Discussie over euthanasie bij Alzheimer weer opgelaaid
Lees ook:Communicatie niet nodig bij schriftelijk euthanasieverzoek
Lees ook:Ingevoerde euthanasiewet heeft niet tot meer euthanasie geleid
Lees ook:Toename aantal gevallen van euthanasie
Lees ook:91% vrouwen kan zich voorstellen euthanasie te overwegen