Iedereen heeft zijn eigen, mooie herinneringen aan situaties en gebeurtenissen die nog steeds gelden als ijkpunten uit ons (recente) verleden. Als ik De Gruyter zeg, Ard & Keesie of Flipje van de Betuwe, weten de vijftigers onder u meteen wat ik bedoel. Zo ook met de Fabeltjeskrant. In de vierde aflevering van Nostaligie & Weemoed een korte terugblik op Mijnheer de Uil ('Dag lieve kijkbuiskinderen, oogjes dicht en snaveltjes toe!'), die in september van dit jaar zijn veertig jarig jubileum viert.
Frans van Dusschoten wàs op een gegeven moment Mijnheer de Uil. Tussen 1968 en 1992 heeft hij ruim 1600 afleveringen ingesproken. Zowel de AVRO, Tros, KRO als de BRT hebben afleveringen uitgezonden. Het brein achter de Fabeltjeskrant was Leen Valkenier, het programma werd geproduceerd door Thijs Chanowski. De eerste poppen werden met de hand gemaakt door Joke Aletrino. De eerste fabels en personages waren geïnspireerd op de verhalen van Jean de La Fontaine, maar al snel ging het programma meer op het 'echte leven' lijken. In de vier jaar waarin de eerste serie op de TV was ontwikkelde de Fabeltjeskrant zich tot het best bekeken programma van die tijd. Het aantal kijkers lag tussen de één en twee miljoen per dag, wat toen al, maar ook nu nog, een gigantisch aantal was. Het was dan ook niet voor niets dat op menig kantoor 'Fabeltjeskrants' gesproken werd.
Beroemde figuren in het Fabeltjesbos waren vooral Ed en Willem Bever, rasechte sleutelaars met hun waterpomptang, Zoef de Haas (zoefzoef) en de gezusters Hamster, Martha en Myra. Het is op dit moment nog niet bekend of en zo ja hoe , het jubileum gevierd zal worden maar ongetwijfeld zal tegen de tijd dat het zover is, een passende huldiging volgen. Ja, ja, het komt vast allemaal in de krant, van Fabeltjesland, van Fabeltjesland…
Lees ook:Martin Brozius op 67-jarige leeftijd overleden
Lees ook:De Top 10 van de populairste KRO programma’s
Lees ook:Nostalgie & Weemoed (deel 2)
Lees ook:Het allereerste Journaal op internet terug te zien
Lees ook:“Wie van de Drie” terug op TV
Mijn favorieten waren Isadora Paradijsvogel (‘Trèk ‘t je niet aan, troel’) en juffrouw Ooievaar (‘ân âk bân dâ koningân’). Die deed ik op de HBS graag na … Dat vond menig klasgenoot maar raar, maar de dames in de klas konden er juist weer om lachen. Ach ja … Ouwe tijden …